“Ook Icare gaat steeds opnieuw uitdagingen aan, en hervindt steeds weer een nieuwe balans, meebewegend en vooruit bewegend op de maatschappelijk ontwikkelingen. Wij zijn consequent bezig om de zorgen-voor-reflex bij onze zorgverleners én cliënten om te draaien door uit te gaan van het vertrouwen dat cliënten zelf veel meer kunnen, wanneer we beter luisteren naar hun behoefte".
Omdat ik jarig ben vandaag, neem ik taartjes mee naar Kampen voor mijn gesprek met Gia Wallinga. Ze is directeur-bestuurder bij Icare, een zorgorganisatie voor zowel geriatrische revalidatiezorg als voor mensen die zorg vragen, thuis of in een verpleeg- of verzorgingshuis. Het is meteen gezellig ook al is het thema serieus: de waarde van zorg en welzijn voor ‘heel de samenleving’.
“In deze wijk in Kampen ben ik begin jaren ’90 gestart met mijn werk als wijkverpleegkundige. Stichting Kruiswerk IJssel-Zwartewater was klein en had ca. 25 mensen in dienst. Het was één van de voorlopers van Icare”. Inmiddels werken er 6000 mensen bij Icare, na vele fusiegolven. “Icare reorganiseert zelden, meestal vertellen we waar we naar toe willen met een duidelijk perspectief en faciliteren de mensen die een switch willen maken. Tegen de tijd dat het zover is heeft bijna iedereen een switch gemaakt en zitten we op de beoogde formatie. Ondanks en wellicht dank zij de voortdurende verandering binnen Icare en in het zorgveld, heeft Icare een innovatief DNA”. Gedurende het gesprek wordt me helder dat Gia zelf een innovatieve leider is en altijd creatieve mogelijkheden ziet om de zorg te verbeteren, omdat ze vooruit ziet en steevast meebeweegt en vooruitloopt op maatschappelijk ontwikkelingen.
Gia komt uit de Noordoostpolder. “Zowel mijn familie van moeders als vaders kant hadden een boerenbedrijf voor akkerbouw. Dat betekent onder andere dat je geen vast inkomen hebt. Daardoor kreeg ik van huis uit mee om verantwoorde keuzes te maken. Van mijn vader leerde ik om duurzaam met het land om te gaan, zodat het land ook in de toekomst vruchtbaar zou zijn en er voor de samenleving voedsel verbouwd kon worden. Hij werkte zo veel mogelijk in samenhang met de natuur en zorgde er bijvoorbeeld voor dat beregeningsinstallaties de natuurlijke regenval simuleerden. Zo viel er niet te veel water in één keer en werden de gewassen met fijne druppels bewaterd in plaats van ‘dood’ geslagen”. Haar moeder is heel creatief, werkte in het onderwijs en zorgde voor het geheel met alle middelen die voorhanden waren en droeg haar steen bij aan het samenleven in het dorp door actief te zijn in het dorpsbelang. “We kwamen niets tekort”. waardoor Gia met de paplepel ingegoten kreeg dat bijdragen en ‘iets goed doen’ bij het leven hoort.
Gia zelf is enigszins eigenzinnig, geeft ze aan, een buitenbeentje. Ze wist na haar middelbare school ‘zeker’ dat ze nooit in Kampen zou gaan waar ze haar rijbewijs haalde, dat ze na haar studie verpleegkunde nooit zou doorstuderen en dat ze zeker geen directeur zou worden. Op 1 februari 2018 kreeg ze echter toch die directeurspositie, mede vanwege haar ruime leidinggevende ervaring binnen Icare en haar voortrekkersrol bij de ontwikkeling van Excellente zorg, haar actieve rol voor de beroepsontwikkeling van verzorgenden en wijkverpleegkundige bij de V&VN ‘Verpleegkundigen Maatschappij & Gezondheid’ en bij het verminderen van regeldruk. De Shared Governance organisatiestructuur waarbij professionals zeggenschap hebben over hun vakinhoud, gericht op goede uitkomsten van zorg voor cliënten, die ze opzette, gaf Icare een toonaangevende positie in het Nederlandse zorgveld. Gia is een voorloper in haar vakgebied.
Misschien is het maar goed dat er van al haar voornemens niets gekomen is. “Ik ben me inmiddels bewust dat ik mijn horizon altijd zal verbreden en verdiepen. Ook voel ik de behoefte om en meer en meer verantwoordelijkheid op me te nemen. Mijn eigen ontwikkeling is nooit ‘af’ en datzelfde geldt natuurlijk voor Icare”. Het is een kenmerk van pioniers, voorlopers, om ongebaande paden te bewandelen. Niet één keer, maar voortdurend.
“Ook Icare gaat steeds opnieuw uitdagingen aan, en hervindt steeds weer een nieuwe balans, meebewegend en vooruit bewegend op de maatschappelijk ontwikkelingen”. En dat doet Icare behoorlijk goed als het gaat om resultaten van zorg en medewerkerstevredenheid, zegt Gia. “Ik kijk regelmatig naar branchegegevens over werknemer- en klanttevredenheid en dan komen we er over het algemeen goed vanaf. Daar word ik blij van. Onze inspanningen worden gewaardeerd”.
MINDER REGELDRUK, MEER VERTROUWEN
Gia neemt me mee terug in de tijd waarbij dokters en verpleegkundigen ‘het beter wisten wat goed was voor de patiënt en cliënt’. Die reflex zit -wereldwijd- diep in het DNA van deze beroepsgroepen. Logisch natuurlijk omdat je veel geleerd hebt over de gezondheid van mensen, maar dat is maar een klein onderdeel van hun leven. “Wij zijn consequent bezig om die reflex bij onze zorgverleners én cliënten om te draaien door uit te gaan van het vertrouwen dat cliënten zelf veel meer kunnen, wanneer we beter luisteren naar hun behoefte. Als we de zorg beschikbaar willen houden voor de maatschappij, moeten we vooruit kijken en met elkaar ingesleten patronen ombuigen en de sector anders inrichten”.
De traditionele afhankelijkheidsverhoudingen in de zorg veranderen. “Als directie en management stellen we ons kwetsbaar op en geven openheid over onze zorgen en ambities. Daarnaast zijn we meer gericht op het oprecht waarderen van hoe medewerkers stapsgewijs meer verantwoordelijkheid nemen, dan we vroeger van hen vroegen. Daar hebben ze lef voor nodig, zelfvertrouwen en een veilige terugvalbasis”.
De wijkverpleging heeft een CIZ-tijdperk gekend, waarbij het onderscheidingsvermogen van de eigen zorgprofessionals onvoldoende werd benut. “We moesten werken volgens de richtlijnen van externe indicatiestellers. Het leidde tot handelingsgericht werken, inclusief een tijdsindicatie per handeling. Inmiddels hebben we weer de ruimte om de vraag achter de zorgvraag te onderzoeken, zodat zorgprofessionals weer kunnen varen op hun eigen vakkennis en intuïtie. Protocollen moeten helpen zijn voor de essentie van ons vak, maar niet bepalend. De menselijkheid staat voorop in de kern van ons vak van zorg verlenen: naast iemand staan en vandaaruit kijken hoe iemand zo onafhankelijk mogelijk verder kan. Wij drukken onze wijkverpleegkundigen op het hart om ‘met een goed gevoel’ de deur achter zich te sluiten en hen de vraag te stellen: Kunt u het echt weer zonder mij?”
AANDACHTGEVERS VOOR PASSENDE ZORG
Deze organisatietransformatie maakt dat Gia en haar team continu in dialoog gaan met elkaar om elkaar scherp te houden over werkprocessen en werkinhoud, zodat de kwaliteit van zorg hoog blijft en de hoeveelheid werk behapbaar en we bijdragen aan toegankelijke en betaalbare zorg in Nederland. “Eén van de zorginnovaties die voortkwam uit onze vele gesprekken was dat we nu werken met een medicijn dispenser die ons en de cliënten helpt om de medicatie tijdig in te nemen, zonder tussenkomst van een verpleegkundige of verzorgende”. Dat levert op dat iemand langer zelfstandig blijft en meer op het juiste tijdstip de medicatie inneemt, alleen als dat niet lukt krijgen we een seintje en komen naasten of wij ondersteunen. Het werk in de verpleging en verzorging valt of staat met een goede relatie met cliënten. “Daarom blijven we alert of onze bijdrage aan de zorg kloppend is en bijdraagt aan herstel en kortdurende verpleging, zodat mensen het zelf weer kunnen. We noemen dat re-ablement. Wij hebben onze ‘why’ helder en zijn er specifiek voor cliënten met een chronische ziekte, maar we zijn er niet om mensen die eenzaam zijn te begeleiden. Wanneer cliënten een welzijn gerelateerde vraag hebben kijken we eerst samen of dat in het eigen netwerk of de wijk op te lossen is, waar nodig brengen we hen -met een warme overdracht- in contact met een welzijnsorganisatie in de buurt of met één van onze aandachtgevers”.
Dat zijn sinds kort nieuwe functionarissen, vaak zonder zorgachtergrond maar mét heel veel liefde en aandacht voor mensen. Ze geven extra structuur aan de dagen. We zetten ze in wanneer ‘leven en welzijn’ centraal staat en niet ‘zorg en gebrek’. Ze werken nauw samen met cliënten, hun naasten en wijkverpleegkundigen aan een leefplan. De inzet van aandachtgevers is een vorm van zorginnovatie. “Meteen nadat deze vacature werd opengesteld, kwamen er veel belangstellenden op af. Blijkbaar willen veel mensen hun steentje bijdragen in de zorg, want het mes snijdt aan twee kanten. Onze cliënten kunnen hun zorgvraag uitstellen en de ‘aandachtgevers’ ontlenen vaak zingeving aan hun nieuw functie én ze hebben zo een extra inkomstenbron. Bovendien kunnen ‘aandachtgevers’, wanneer ze willen doorgroeien naar een functie als helpende of verzorgende, bij ons een interne opleiding volgen”.
LEVENSRITME: GO WITH THE FLOW
Gia vertelt over de bijkomende voordelen van deze vorm van zorginnovatie: “Sinds de inzet van aandachtgevers, merken we dat een deel van deze klanten minder zorg nodig heeft, omdat ze meer zingeving ervaren en zich gezien en gehoord voelen. Het geeft cliënten ook meer vrijheid, omdat ze minder afhankelijk worden van zorgverleners en hun agenda. Je kunt niet alles oplossen met zorg, maar met aandacht voor aandacht komen we een heel eind en kan de complexere, duurdere zorgvraag worden uitgesteld. Zou houden we de zorgverleners beschikbaar voor die situaties waar dat perse noodzakelijk is”.
Gia vertelt verder over andere vormen van zorginnovatie met de inzet van consumenten of zorg technologie die er voor zorg dragen dat cliënten minder belast worden met levensritme verstorende verpleegkundige of verzorgende inzet. “We gebruiken bijvoorbeeld als proef incontinentiemateriaal met een chip die aangeeft wanneer cliënten verschoond moeten worden. Het maakt dat cliënten nooit te vroeg worden geholpen, maar ook niet te lang in een oncomfortabele positie verkeren. Sensoren in de slaapkamer maken dat slapende cliënten kunnen worden gemonitord, zonder dat ze gestoord worden in hun nachtrust. Alleen wanneer ze wakker worden buiten hun normale patroon, komt er een zorgverlener. Mensen slapen zo veel dieper, waardoor we verwachten dat psychofarmaca, die ook weer risico’s met zich meebrengen, afgebouwd kan worden. Op deze manier kunnen we het natuurlijke levensritme veel beter dienen. Dat is prettiger voor de cliënten en vanzelfsprekend ook voor de professionals”.
WIJKZORG ALS SYSTEMISCHE INTERVENTIE
Gia kijkt met een scherpe blik naar de huidige stand van het zorgsysteem. “De zorgsector is gefragmenteerd geraakt door onnodige controle- en regeldruk die ons wordt opgelegd en die we onszelf soms opleggen. Maar als je de essentie van de zorg – naast de mens met een zorgvraag staan en kijken hoe je in goed contact weer zelfstandig verder kan- centraal stelt, zoals wij, dan moet je wel eens burgerlijk ongehoorzaam zijn. Dan springen we wel ‘door een hoepeltje’ van het zorgkantoor of de verzekeraar, maar geven we zelf wat creatiever invulling aan het ‘zorgproduct’. Ook de nieuwe cliëntprofielen die landelijk ontwikkeld zijn voor de bekostiging van zorg zullen weer zo’n lijstje zijn waar geen klant of professional om heeft gevraagd. Alleen betekent het niet invullen dat we de zorg niet kunnen declareren. Het kan vaak niet anders, omdat een dienend beroep als zorgprofessional zich niet in laat kaderen”.
De organisatieontwikkelingen binnen Icare doen me denken aan een passage uit mijn boek ‘Heel de organisatie’ over de werking van organische systemen.
Barry Oshry (2018) is een systeemdeskundige en tevens een pionier op het gebied van holistisch kijken naar sociale systemen. Hij schreef dat organisaties gehele organische systemen zijn binnen systemen. Transformatie impliceert dat het gehele systeem wordt getransformeerd. Het betekent voor leiders en procesbegeleiders dat je alle leden van de organisatie helpt inzien dat het (sub)systeem waarin ze werken onderdeel uitmaakt van een grotere geheel binnen een nog grotere context. Robuuste systemen zijn volgens Oshry voortdurend aan het balanceren in de mate van waarin ze apart en samen, gedifferentieerd en gemeenschappelijk, onafhankelijk en onderling afhankelijk functioneren. Daarbij vertrouwen ze op het zich ontvouwende proces, waarbij het doel is dat ze gaan staan voor wat ze waard zijn. Uit: Heel de organisatie (2022)
Een helende leider, zoals Gia, is zich bewust van zichzelf en co-creëert een organisatie die samenvalt met zijn/haar eigen ont-wikkeling. Zowel Icare als Gia zijn innovatief en creatief, voelen hun maatschappelijke opdracht en willen van betekenis zijn voor ‘heel de samenleving’. “We beginnen altijd met ‘het juiste’ te doen en dan volgt de geldstroom vanzelf”.
Gia is een pionier en voelt zich een hoeder voor kwetsbare mensen in de samenleving. “Ik wil in de wind staan, in de bres springen, verantwoordelijk zijn, ergens voor staan en overal vuurtjes aanzetten om zo het leven voor hen beter te maken. Ik heb van mijn ouders geleerd om de waarden die ik van hen meekreeg uit te dragen en trouw te zijn aan mijn principes. Een verhaal moet voor mij altijd rond zijn, kloppen. En dat kan alleen door te doen waar ik in geloof.
Marieke van Voorn is procesbegeleider van organisaties door naast leiders te staan die vastgeroeste patronen willen doorbreken, zodat 'heel de organisatie' herstelt en heelt. Haar eerste boek 'Heel de Organisatie, herstel het zelfhelend vermogen van de organisatie' is verkrijgbaar via haar website. Mariekes tweede boek 'Heel de samenleving' over gezond bestuur in zorg en welzijn wordt op 23 november 2023 gepubliceerd.
Marieke van Voorn schreef Het boek ‘Heel de organisatie. Herstel het zelfhelend vermogen van de organisatie’. Ontdek meer over het boek en bestel hem hier.
I am Marieke van Voorn and I guide visionary leaders and cyclebreakers to transmute the establisment to co-create a healing and sustainable organization.
Healing Leaders (2022) originates from Een Heldere Zaak that was founded in 2010.
marieke@healingleaders.org
Healing Leaders is based in Amersfoort in the Netherlands.
Photo's: Pauli Puur.
This website uses cookies. By using this website, you agree to the use of cookies.