Inspirerend voorbeeld 32. Luc van Gorp "Ik pleit voor heelheid in de samenleving vanuit de circulaire gedachte dat we allen en samen ‘een’ zijn"

“Ik hou van het leven, maar één ding is zeker. Uiteindelijk gaan we allemaal dood. Laten we ons daarom concentreren het leven zo kwaliteitsvol mogelijk te maken. Voor iedereen. De oorspronkelijke intentie van zorg verlenen was op vrijwillige basis en werd uit liefde gegeven, bijvoorbeeld door congregaties. Tegenwoordig wordt zorg door commerciële zorgvoorzieningen gezien als big business, waar men meer bekommerd is om het optrekken van winstmarges in plaats van kwaliteit van zorg. Dat ‘klopt niet’ met hoe het bedoeld is". 

Foto Voorzitter Luc Van Gorp kleiner
Marieke van Voorn

Marieke van Voorn | marieke@healingleaders.org

19 juni 2023

Luc van Gorp verpleger, theoloog, filosoof en sinds 2015 voorzitter van de Christelijke Mutualiteit (CM). Na zijn aantreden startte hij een grote reorganisatie waarbij elf Vlaamse ziekenfondsen transformeerden naar één Vlaams gezondheidsfonds en acht Frans- en Duitstalige ziekenfondsen naar één Frans- en Duitstalig gezondheidsfonds. De reorganisaties waren op 1 januari 2022 een feit, evenals de visie: ‘Een gezonde samenleving waarbinnen elke persoon een kwaliteitsvol leven ervaart’. De missie van dit gezondheidsfonds is om gezondheid voor iedereen toegankelijk te maken door op maat van elke persoon te werken aan een kwaliteitsvol leven’. 

Marc Noppen, die ik eerder interviewde adviseerde me om met Luc van Gorp te praten. Het maakt me nieuwsgierig Lucs visie, missie en ‘helende leiderschap’ te leren kennen. In de eerste minuten word ik subiet verrast met een humoristische kwinkslag: “Eigenlijk doe ik niet zo veel, ik bén vooral”, voegt hij eraan toe. “Ik heb geen financiële of juridische achtergrond, maar wel de gave van het woord”. Luc van Gorp kan praten als een waterval. Het is een hele uitdaging om hem bij te houden, maar ik dompel me graag onder in zijn wijze woorden.

Recent schreef Luc het boek Mensenmaat. Een pleidooi voor imperfectie (2021), gericht op het centraal stellen van menselijkheid te midden van een overspannen samenleving waar het neoliberale denken van meer, beter, sneller, efficiënter het mantra is, terwijl de mens verweesd achterblijft. Hij pleit voor imperfectie als remedie voor de wonde. 

WAARDEN GEDREVEN ZORGMISSIE

Luc maakte op zijn 15e kennis met de zorgsector, omdat zijn buurman die verpleegkundige en ambulancechauffeur was, hem vroeg om een dag mee te gaan in de ziekenwagen. Hij aarzelde geen moment, trok een witte jas aan en samen reden ze naar het ziekenhuis om een oudere, comateuze patiënte naar een ander ziekenhuis te brengen voor een medisch onderzoek. “Ze was incontinent,  helemaal nat en in de hele ziekenhuiskamer hing een doordringende geur”. Kortom: het waren niet de gemakkelijkste omstandigheden, maar die dag gebeurde er iets met Lucs ziel. Hij voelde zich geroepen om verpleger te worden en bij te dragen aan de bedoeling van de zorgsector. “Mijn missie is om waarden gedreven te zorgen voor mensen vanuit een diep respect voor de menselijke kwetsbaarheid”.

Luc werd geboren in 1966 in een katholiek gezin met zeven kinderen. Hij was de middelste. “We scheelden allemaal maar één jaar. Mijn moeder was erg zorgzaam en mijn vader werkte bij een uitgeverij, waardoor we altijd nieuwe boeken en  -dus- nieuwe kennis in huis hadden. Mijn vader was erg belezen, maakte muziek en hij was streng en principieel voor ons. Een man van weinig woorden, maar wel rechtvaardig. Mede door deze opvoeding zijn we allemaal goed terecht gekomen en kregen we allemaal de kans om te studeren”.

Tussen 1985 en 1995 studeerde hij verpleegkunde, filosofie en theologie. “Destijds kreeg ik veel commentaar op mijn studiekeuze verpleegkunde. ‘Dat is te laag voor u en te vrouwelijk’, kreeg ik te horen, terwijl mijn zus geneeskunde ging studeren en daardoor het masculiene van ‘geneesheer’ in haar studie meekreeg”. Luc liet zich echter niet van zijn pad afbrengen. Hij voelde zijn roeping voor de zorgsector en voegde er een filosofisch en theologisch perspectief aan toe. “Tijdens mijn studies  woonde ik eerst een aantal jaren in de abdij Keizersberg als student, erna leefde ik een gemeenschap van jonge mannen in het seminarie Johannes XXIII in Leuven ter voorbereiding op het priesterschap. Overdag studeerde ik en nam ik deel aan liturgische momenten. Later werkte ik tijdens mijn verdere studies tot theoloog ’s nachts als verpleegkundige in verschillende Brusselse ziekenhuizen. Zowel in de abdij als het seminarie woonden enkele mensen waar Luc erg naar opkeek. Een ervan was tevens hoogleraar op de Universiteit van Leuven. Voor Luc waren het zeer vormende en inspirerende jaren waarin hij leerde over de existentiële zin en betekenis van lijden, verdriet en het leven”.

ZIN GEVEN EN VAN BETEKENIS ZIJN

Die betekenis en zingeving ten aanzien van bestaansrecht en bestaansreden is, nu ruim 30 jaar later, bij veel mensen naar de achtergrond verdwenen. “Maatschappelijk gezien staan we op een omslagpunt. De zorgsector staat op crashen, de zuilen zijn omgevallen, de kerken zijn leeg en in België zijn er 500.000 langdurig zieken. Het helpt niet om te zeggen ‘dat ze maar beter hun best moeten doen’ om deel te nemen aan de samenleving. Tegenwoordig is die hard geworden, doordat we vanuit verdienmodellen handelen. Mensen voelen zich vaak in de steek gelaten door de overheid. Velen voelen zich op hun ziel getrapt en gebroken. Ons huidig systeem leidt tot onrechtvaardigheid en dat kan ik me mateloos aantrekken”.

Luc komt daarom op voor nieuw politiek leiderschap, gezonde, zorgzame buurten en gerichtheid op positieve gezondheid in plaats van op (het fixen en verzekeren van) ziekte. “Ik pleit voor heelheid in de samenleving vanuit de circulaire gedachte dat we allen en samen ‘een’ zijn en onze ‘heelheid’ kunnen her-inneren. Heelheid betekent eigenlijk heiligheid”. Ik versta Lucs pleidooi. Ik schreef er zelf al een boek over: ‘Heel de organisatie’ (2022). Mijn  tweede boek heeft de titel  ‘Heel de samenleving’ en borduurt erop voort. Daarin verwerk ik delen van dit interview met Luc en van tientallen andere bestuurders en pionierende leiders in het zorgveld.

Als filosofiestudent verdiepte Luc zich in de ontologie. Dit is de ‘zijnsleer’ die onderdeel is van de metafysica, de filosofische tak die het wezen onderzoekt dat achter de waargenomen werkelijkheid schuilgaat. De ontologie onderzoekt en beschrijft het zijn van het geheel van dingen, energieën of ‘entiteiten’. “Ik geef leiding aan het geheel door te zijn, door present te zijn. Ik heb geen mensen ‘onder mij’, zoals sommige managers zeggen, maar ik werk samen. Ik voel me meer een voorzitter dan een directeur en zal dan ook nooit ‘macht pakken’. Luc leidt doordat hij ‘gezag krijgt’ en doordat hij anderen een podium geeft. “Van binnen voel ik me nog altijd een verpleger en stel aan anderen eerst de vraag: ‘Hoe kan ik van betekenis zijn voor jou?’ Meestal doe ik dat door veel de luisteren, verbanden te leggen en zaken op waarde te schatten. Natuurlijk is een zekere hiërarchie wel nodig om knopen door te hakken, maar ik doe dat niet om macht uit te oefenen, wel om het grotere geheel te begeleiden”.

Luc heeft een sterk onderscheidingsvermogen en realiseert zich waar hij wel en niet voor is: “Ik voel mij niet verantwoordelijk voor alles omdat ik de voorzitter ben, maar wel dat mensen op een correcte wijze worden terugbetaald en dat de kwaliteit van onze dienstverlening excellent is. We ontwikkelen een visie op zorg en samenleving en we investeren in het tekenen van toekomstscenario’s”. Luc is moedig en kreeg een sterk zelfvertrouwen mee in zijn leven: “Ik hou niet van strategische spelletjes. Ik ben alleen gericht op het integreren van mijn missie om medemenselijkheid, basisvertrouwen en een gevoel van gelijkwaardigheid terug te brengen in de zorg. Wat anderen doen of laten, doet daar niets aan af”. Luc leeft zijn missie voort en laat zich door niets en niemand afleiden.

DIONYSISCH EN APOLLINISCH LEVEN

Als filosoof heeft Luc van Gorp zich verdiept in het gedachtegoed over de apollinische ‐dionysische tegenstelling die ook Nietzsche (1844 – 1900) beschreef. “Nietzsche hanteerde het begrip ‘kleine gezondheid’. Hij omschrijft het als de drang om alles te willen beheersen, zelfs datgene waar we geen vat op hebben. Het is een systeem dat ernaar streeft om alle tegenslagen te voorkomen, alle defecten te repareren of alle mislukkingen te vermijden. Kleine gezondheid predikt het geloof dat we aan de mens eindeloos kunnen sleutelen en dat die mens dus ook eindeloos kan groeien. Nietzsche pleit niet voor het hanteren van kleine gezondheid, maar wel grote gezondheid, een begrip dat Machteld Huber vandaag zou omschrijven als Positieve Gezondheid”. 

Luc schrijft erover in zijn boek Mensenmaat. “De kerk en de overheid zijn doorgeslagen in het apollinische, dat staat voor regelmaat, regels, data en controle, zodat onze menselijke dionysische driften in het gareel gehouden worden. De Dionysische levenshouding is het tegenovergestelde van de apollinische”. Dionysius was de Griekse god van wijn(bouw) en fruitteelt en stond voor de groeikracht van de aarde, de menselijke beschaving, geestdrift en enthousiasme, poëzie, theater en muziek. Als god van vrede bracht hij mensen tot elkaar en liet ze inzien dat pijn en de dood bij het leven hoort.

Luc pleit voor meer balans: “Collectief hebben we de verkeerde afslag genomen waardoor onder meer kerken leeg zijn gestroomd en de politiek en overheid worden gewantrouwd. Ze hebben zich in de eigen voet geschoten. Mensen vertrouwen zich er niet meer aan toe. We zien dat fenomeen doorheen de samenleving terug, waar de systeemwereld aan de touwtjes trekt in plaats van het medemenselijke”.

Naast  Nietzsche is Machteld  Huber, huisarts en initiatiefnemer van Positieve Gezondheid, een inspirator voor Lucs missie. “Zij heeft me inzicht en taal  gegeven om de gezondheidszorg te bezien vanuit een veel  bredere definitie van gezondheid in plaats vanuit een brede visie op ziekte. De huidige  geneeskunde draagt maar een klein deel bij tot die gezondheid. Veel meer hangt af van de manier waarop we omgaan met mensen, hoe we relaties aangaan. Die zaken hebben effect op het welbevinden van mensen”. Lucs pleidooi is erop gericht om iemands kracht als uitgangspunt te nemen in plaats van lichamelijke of psychische klachten. Hij laat zien waar het binaire uitgangspunt ziek/niet-ziek toe geleid heeft.

VAN BINAIR DENKEN NAAR CIRCULAIR CREËREN

De geneeskunde is soms de relatie met de patiënt kwijt geraakt. “We hebben heel slimme dokters. Mankeert er iets, dan slagen artsen er vaak in om te repareren. We mogen ons daarvoor gelukkig prijzen, maar we vergeten dat zorg vaak niet stopt na een geslaagde behandeling. Daarnaast  duiken er steeds meer ‘defecten’ op die niet meer te herstellen zijn. Toch blijven we proberen, soms tegen beter weten in. De financiering  van onze gezondheidszorg is bijna volledig gericht op curatieve zorg. Omdat het historisch zo gegroeid is, omdat het vooruitgaat, omdat het efficiënt is (of lijkt) of omdat je het makkelijk in protocollen kunt gieten. Wie ziek is, moet genezen worden, zo snel mogelijk, zodat de toestand van ‘ziek zijn’ zo snel mogelijk omgebogen wordt naar ‘niet-ziek zijn’. We denken binair”.

Voorkomen is beter dan genezen. “We vergeten echter dat het efficiënter en goedkoper was geweest als we het probleem voorkomen hadden. Maar preventieve zorg wordt nog vaak als lastige stiefmoeder gezien, misschien omdat we de resultaten niet meteen zien, maar pas op langere termijn”. Luc wil ook meer ruimte creëren voor de geestelijke gezondheidszorg. “Steeds meer mensen vallen uit, omdat ze worstelen met zichzelf. De middelen om hen te helpen blijven echter schromelijk achter. Zeker als het over de terugbetaling van psycholoog, psychotherapeut of psychiater gaat. We weten dat je met praten vaak betere resultaten boekt dan met geneesmiddelen, maar het voorschrijven van pillen is gemakkelijker. Als we de mens niet langer blijven zien in termen van ziek of gezond, valide of invalide, geschikt of ongeschikt, dan kunnen we ieders waarde voor het grotere geheel blijven zien”.

Kortom: “Gezondheid is meer dan ‘niet ziek’ zijn en kan een middel zijn, maar nooit een doel. Het gaat er dan niet om wat iemand mankeert, maar hoe het met hem of haar gaat en hoe hij een zinvol leven kan leiden en van waarde kan zijn. Deze mindsetshift brengt andere gesprekken op gang tussen patiënten en zorgverleners, maar ook aan de tekentafel van zorgscenario’s wanneer we als gezondheidsfonds in gesprek gaan met vertegenwoordigers van zorgaanbieders en zorgvragers”.

OPNIEUW OORSPRONKELIJK

Luc zet kwaliteit van leven centraal in plaats van ‘zo oud mogelijk worden’. “Ik hou van het leven, maar één ding is zeker. Uiteindelijk gaan we allemaal dood. Laten we ons daarom concentreren het leven zo kwaliteitsvol mogelijk te maken, voor iedereen. Voor velen wordt basiszorg nu ontzegd, terwijl we er wel alles aan doen om heel zieke mensen ‘beter’ te maken of een iets langere levensverwachting te geven. De oorspronkelijke intentie van zorg verlenen was op vrijwillige basis en werd uit liefde gegeven, bijvoorbeeld door congregaties. Tegenwoordig wordt zorg door commerciële zorgvoorzieningen gezien als big business, waar men meer bekommerd is om het optrekken van winstmarges in plaats van kwaliteit van zorg. Dat ‘klopt niet’ met hoe het bedoeld is”.

Apollinisch ingegeven regelgeving maakt dat verzekerden nu te maken krijgen met regeltjes die leiden tot uitspraken als: ‘U bent te laat met uw aanvraag’ of ‘Stomazakjes verwisselen doen we ’s avonds niet’. “Mensen maken fouten. Ik ook, zegt Luc, maar ik leerde door contemplatie om met zelfcompassie in het leven te staan. Daardoor is er een soort van onvoorwaardelijke liefde voor mezelf en mijn medemens ontstaan. Ik ben daardoor maar weinig relaties in mijn leven verloren, zelfs na een conflict of een onenigheid, omdat menselijkheid ons opnieuw met elkaar verbond. Collectief hebben we een vergelijkbare opgave. Met compassie kijken naar onszelf en naar anderen. We moeten leren om naar achteren te stappen en uit te zoomen, zodat we opnieuw kunnen definiëren wat er werkelijk gebeurt en nodig is om op een meer menselijke manier verder te kunnen samen leven”.

Lus is een voorstander van Dionysis’ levenswijsheid. “We mogen, nee, we móéten streven naar een gezond, gelukkig en zinvol bestaan. Tegelijkertijd moeten we ook verdragen dat dat bestaan niet altijd rooskleurig is. We hebben het ook niet altijd in eigen hand. De mens kan niet zonder de ander, hoe veerkrachtig hij ook in het leven staat. Net dat aanvaarden zal ervoor zorgen dat we beter kunnen omgaan met de tegenslagen die onvermijdelijk op ons pad komen”.

Om zijn eigen veerkracht en realiteitszin blijvend te bekrachtigen, loopt Luc elk jaar een week mee in de zorgsector, in de rol van verpleger. “Vorig jaar deed ik dat in de jongerenpsychiatrie en dit jaar ga ik werken in een abortuskliniek. Ik verbind me daar met levensvragen van cliënten zodat ik me erna dieper kan inleven in de vraagstukken die in de samenleving spelen. Ik merk dat die meestal gaan over erkenning. Mensen willen graag gezien worden voor wie ze werkelijk zijn”.    

WEERSTAND EN MINDSETS SHIFTEN

Lucs ervaring en innerlijke wijsheid zette hij ook in bij de reorganisatie van CM. “We zijn heel anders te werk gegaan dan ervoor. Ik ben met alle elf Vlaamse en acht Franstalige en Duitstalige algemeen directeurs rond  de tafel gegaan. Eén ervan haakte af bij het idee dat we het anders gingen doen. Elkeen heeft na de goedkeuring van het model voor een nieuwe functie kunnen solliciteren.  De organisatie kreeg letterlijk een nieuwe dynamiek, een nieuw gezicht. We realiseerden de juridische fusie voor 8.000 medewerkers en de technische fusie van alle ict-systemen . Met de sociale fusie zijn we een eind op weg om de mindset van alle medewerkers radicaal te shiften van ziektegericht naar positieve gezondheid en meer preventieve gezondheidszorg. Intern gaan we  -met bewustzijn en compassie- een hernieuwde relatie met elkaar aan, zodat we dat kunnen doorgeven aan onze klanten. Van afstandelijk controlerend ontwikkelen we ons naar meer customer intimacy gebaseerd op onderling vertrouwen en elkaar zien en erkennen. We zijn onszelf aan het (re)organiseren als een gezonde organisatie, zodat we het goede  voorbeeld geven voor een gezonde samenleving”.

Deze reorganisatie en bredere manier om naar gezondheid te kijken gaat  -uiteraard- niet zonder slag of stoot. “Ik ben soms op weerstand gestuit, want zeker in klassieke zorgverlening hebben zorgverleners zich nog niet eerder expliciet afgevraagd wat de ‘ziekenhuiszorg’ kan bijdragen aan meer gezondheid van mensen en van een meer gezonde samenleving. We zitten hier in de kern van wat een zorgverlener vandaag moet doen. De arts van vandaag is niet meer diezelfde arts die we morgen zullen nodig hebben, de rol van de verpleegkundige zal evolueren vanuit het perspectief van die bredere visie op gezondheid, maar ook de positie en rol van patiënten zal wijzigen, want ook zij zullen meer verantwoordelijkheid opnemen voor hun gezondheid, door gezonder te eten of te consuminderen”. Zo veranderen de onderlinge verhoudingen naar gelijkwaardige met voor ieder een eigen verantwoordelijkheid.

Luc zit regelmatig aan tafel bij de minister van Volksgezondheid Vandenbroucke. “Wij delen elkaars visie op wat er nodig is. Ook kan ik het goed vinden met professor dr. Marc Noppen, de CEO van UZ Brussel. Ondanks dat we ideologisch vanuit een ander perspectief kijken, hebben we dezelfde idealen  waarbij we het geven van de juiste zorg (toegankelijk en kwaliteitsvol) een warm hart toedragen. Wij zijn hoopvol, want de mens zelf is fundamenteel niet veranderd. Die streeft nog altijd naar een gezond, gelukkig en zinvol leven, maar weet dat er naast vreugde en plezier in het leven ook lijden en verdriet uw deel zal zijn. Dat gezondheid meer is dan niet ziek zijn en dat de volmaakte samenleving een utopie is”. Luc herhaalt dat liefde voor imperfectie ons collectief gaat verbinden. “We moeten het idee los laten dat elk mankement kan en moet worden hersteld’, zowel in de gezondheidszorg als in de rest van de samenleving.’”.

Aan het einde van ons gesprek komt Lucs ingetogen karakter naar voren. “Ondanks dat ik naar anderen toe heel aanwezig (present) kan zijn, kennen mijn vrouw en onze vijf kinderen mijn liefde voor immense soberheid. Ik ben heel aards, houd niet van feestjes en ben eerder verlegen dan uitbundig. Ik heb regelmatig nood aan me terug trekken om een week te zwijgen, om in absolute stilte te zijn in een abdij. Zo houd ik contact met mijn eigen zi(j)n”.

We eindigen ons brede en diepzinnige gesprek in een even rap tempo als Lucs spreektempo, want hij moet naar een volgende vergadering. Zijn wijze woorden  resoneren nog even na...

Marieke van Voorn is procesbegeleider van organisaties door naast leiders te staan die vastgeroeste patronen willen doorbreken, zodat 'heel de organisatie' herstelt en heelt. Haar eerste boek 'Heel de Organisatie, herstel het zelfhelend vermogen van de organisatie' is verkrijgbaar via haar website.  Mariekes tweede boek 'Heel de samenleving' over gezond bestuur in zorg en welzijn wordt op 23 november 2023 gepubliceerd. 

Vond je dit interressant?

Marieke van Voorn schreef Het boek ‘Heel de organisatie. Herstel het zelfhelend vermogen van de organisatie’. Ontdek meer over het boek en bestel hem hier.

Healing leaders

I am Marieke van Voorn and I guide visionary leaders and cyclebreakers to transmute the establisment to co-create a healing and sustainable organization. 

Healing Leaders (2022) originates from Een Heldere Zaak that was founded in 2010.  

Are you interested in my newsletter?
Healing Leaders 

marieke@healingleaders.org

Healing Leaders is based in Amersfoort in the Netherlands.

Photo's: Pauli Puur

Disclaimer
Privacy statement

This website uses cookies. By using this website, you agree to the use of cookies.

Close