"Ik voel me als een vis in het water tussen de twee vuren in de farmaceutische industrie, tussen de hoge medische en commerciële belangen".
“Als kind was ik heel serieus, gevoelig en heel nieuwsgierig. Ik las veel boeken en verdiepte me op de middelbare school in Plato en filosofie, want ik wilde zo veel mogelijk weten”. Vandaag spreek ik met Wendy Mittemeijer-Ooteman, ze is afgestudeerd en gepromoveerd in de medische biologie én ze deed een korte opleiding wetenschapsjournalistiek. Daarnaast volgde zij trainingen op het gebied van coaching en leiderschap. Wendy is mijns inziens een inspirerend voorbeeld van heel-begaafd persoonlijk leiderschap, omdat ze de ethiek van de farmaceutische zorg in Nederland consequent en dapper aan de kaak stelt.
Heel-begaafden zijn hoog sensitief, helder wetend, authentiek en staan voor rechtvaardigheid. Ze leggen verbanden die anderen (nog) niet zien, omdat ze helder zien en zich niet laten beïnvloeden door anderen met (meer) macht. Ze staan in hun eigen kracht, leven hun eigen blauwdruk en intentie. Wendy Mittemeijer staat sinds haar interview met Flavio Pasquino voor Blckbx.tv en met Ad Verbrugge bij De Nieuwe Wereld in het licht van waarheidsvinding over de coronamaatregelen, de ethiek van de vaccinatiecampagne én de noodzaak en werking van receptplichtige medicijnen die voorwaardelijk zijn toegelaten (de covid mRNA vaccins).
Brede verbanden leggen
Wendy: “Ik heb al van kinds af aan een brede belangstelling. Voor de natuur, voor de werking van de hersenen, voor ethiek en filosofie. Ik zie overal dwarsverbanden en blijf dan ook alles onderzoeken. Ik neem niets zo maar aan. Een natuurlijke vraag die bij me opkomt is “Klopt het wel? Hoe zit het (wél) in elkaar?” Mijn brede belangstelling leidde ertoe dat ik promoveerde op een thema dat vele aspecten van het leven raakte: het leven en de behandeling van aan alcohol verslaafde mensen. Ik kon in dit onderzoek mijn hart voor mensen, hersenen, farmacologie, genetica, fysiologie, psychologie, en uiteraard -mijn expertise- neurobiologie kwijt.
Bij de Jellinek kliniek mocht ik mijn hele onderzoeksdesign en laboratorium zelf opzetten, inclusief een experiment waarbij patiënten onder een soort hypnose werden gebracht en waarbij craving (het verlangen om te drinken) werd opgewekt. Kortom vele spectra van het menselijk leven kwam aan de orde in mijn onderzoek. Wat ik toetste was wat nu precies voorspelde of na behandeling met medicatie het verlangen om te drinken verminderde. De uitkomst van mijn promotieonderzoek was dat niet zozeer psychologische kenmerken dat voorspellen of fysiologische kenmerken, maar met name genetische kenmerken die samenhangen met de werking van het geneesmiddel. Ik had een fijne tijd tijdens mijn promotie.
Innerlijk weten versus de wetenschap
Ik merkte na mijn promotieonderzoek dat er echter ook onderlinge concurrentie en jaloezie is binnen de universitaire wereld. Ook ervaarde ik dat een promovendus medische biologie, zoals ik, met een breed perspectief op de werking van medicatie, in een ziekenhuis minder kans op succes heeft dan een promoverende arts die een specifiek gebied (niche) bestudeerde en daar alles van weet. Ik merkte dus dat het lastig was om in een academisch ziekenhuis hoogleraar te worden met mijn zeer brede interesse”.
Wat Wendy hier aankaart is mijns inziens een belangrijk vraagstuk. Wat is wetenschap? Het bestuderen van een heel klein stukje van de werkelijkheid of het leggen van verbanden die het grotere geheel in een nieuw licht zet?
Wendy zette haar wetenschappelijke loopbaan voort in San Francisco door een postdoc te gaan doen over genetische voorspellers van verslaving in het verlengde van haar promotieonderzoek. “Ik heb genoten in deze twee jaar, maar heb me ook erg verbaasd over de dynamiek tussen de hoogleraar en de andere onderzoekers daar. Al onze onderzoeksresultaten leverden we voor elkaar, of eigenlijk voor de ‘goede’ naam van de assistant professor. Als je geluk had, goed kon opschieten met de hoogleraar en de assistant professor, en er lang genoeg werkte, mocht ook jouw naam op het onderzoek dat je zelf autonoom had uitgevoerd”.
Wat Wendy hier beschrijft heeft trekken van een narcistisch systeem met goeroeschap en communistische trekken: ‘allen voor één’ in plaats van allen voor het grotere geheel. Deze dynamiek onderscheidt zich van de Nederlandse cultuur waar onderlinge concurrentie leidt tot een andere, maar ook narcistische dynamiek: ‘ieder voor zich’ dat ook ontstaat door de existentiële angst voor tekort. In mijn boek ‘Heel de organisatie. Herstel het zelfhelend vermogen’ heb ik een deel van het interview met rector Magnificus van de Universiteit van Maastricht Rianne Letschert (Volkskrant, 3 september 2021) geplaatst over haar visie. “Carrière maken op de universiteit moet eerlijker en veiliger: Ook als bestuursvoorzitter heeft ze (Rianne) straks nog hetzelfde doel: het doorgeslagen systeem op de schop nemen. Er staat veel op het spel. Universiteiten krijgen structureel te weinig geld om goed onderwijs en onderzoek te kunnen leveren, bleek vóór de zomer nog uit onderzoek. Terwijl studenten worstelen over de anonieme diplomafabriek waar ze doorheen worden gejaagd, worstelen docenten met de torenhoge werkdruk. Er wordt vooral gekeken naar hoeveel publicaties je hebt en hoeveel onderzoeksbeurzen je binnenhaalt.”
Snijvlak van ethiek en commercie
Terug naar Wendy Mittemeijer. Ze heeft in de academie veel geleerd van twee hoogleraren die het hart voor patiënten en voor de wetenschap op de juiste plaats hadden, ethisch gezien. Wim van den Brink en Jim van Os. “Wim was mijn promotor en was als een grote broer voor me. We hadden destijds heel gelijkwaardig contact en liet mij het project vol vertrouwen zelf leiden. En Jim van Os is een moedige onderzoeker die in de psychiatrie out of the box denkt, en het liefst ziet dat zijn patiënten medicatie afbouwen, als dat kan, zodat ze een autonoom leven kunnen leiden”.
Wat je over een ander zegt, zegt vaak veel over jezelf. Wendy zelf maakt zich er hard voor om onethisch gedrag van farmaceuten te voorkomen of aan de kaak te stellen. Wendy staat voor gelijkwaardig contact tussen patiënten, artsen en de farmaceutische industrie, zodat er een win-win-win situatie ontstaat en niet een winst-winst-verlies relatie over de rug van patiënten heen.
Ze ziet met lede ogen aan hoe de oorspronkelijke intentie van de farmaceutische industrie, namelijk ‘goede betaalbare, toegankelijke medicijnen ontwikkelen voor patiënten’ nog steeds wel eens met voeten wordt getreden. Haar kritiek richtte zich de afgelopen twee jaar echter met name op de overheid en haar vaccinatiecampagne. Eerlijkheid en transparantie zijn van belang bij de introductie van nieuwe geneesmiddelen, maar dit bleef volgens Wendy achterwege bij de introductie van de vaccinaties tegen covid-19. “Mijn vak als medisch ethisch adviseur is om farmaceuten een ethische weg te laten vinden waarbij zij hun commerciële belangen niet boven patiënten-belangen plaatsen. Ik wijs ze op de wet- en regelgeving en de regelruimte die er bestaat bijvoorbeeld voor reclame richting artsen. Ook geef ik advies over de positionering van een nieuw middel. Wat is de toegevoegde waarde? Voor wie is er een medische behoefte? Als het -nieuwe- alternatief waarde heeft voor (een deel van) de patiënten, dan is het verantwoord om het nieuwe middel te introduceren. Anders niet.”
“In de farmaceutische wereld worden targets expres gecreëerd. Er is een continue verdeel- en heersdynamiek, omdat zowel de geneeskundige als de commerciële belangen zo hoog zijn. Als medisch ethisch adviseur loop je dus voortdurend tussen deze twee vuren. Ik voel me daarbij als een vis in het water en houd van deze spanning. Maar tijdens de introductie van de coronavaccins, leek er geen sprake meer van een gezonde spanning en balans bij de overheid, omdat de commerciële en politieke belangen de geneeskundige overvleugelden. De vaccins waren immers voor noodgebruik voorwaardelijk toegelaten, waarbij er nog beperkt zicht was op de effectiviteit van het vaccin en op eventuele bijwerkingen op langere termijn. Bovendien ontbrak het aan gebalanceerde en volledige informatie wat nodig is voor een informed consent, zodat een groot deel van de bevolking geen idee had wat ze zichzelf liet toedienen. De overheid koos er zelfs voor om met eenzijdige reclame gezonde jonge mensen te dwingen tot het vaccin door irrationeel gebruik te stimuleren: mensen namen het om weer te kunnen reizen of te dansen. Onverantwoord vond ik dat. Ik kon mijn mond niet langer houden”.
Moreel kompas: terug naar de oorspronkelijke intentie
Wendy is niet de enige met gewetensbezwaren of grote vraagtekens t.a.v. de vaccinatiecampagne tijdens corona binnen de farmaceutische industrie, hoewel de meesten zich niet zo openlijk uitspreken als zij nu doet. “Ik word regelmatig benaderd door collega’s of wildvreemden uit de farma met twijfels en bezwaren die ook terug willen naar de essentie en de oorspronkelijke intentie van de farmaceutische zorg. Ook general managers en MT leden. Voor ieder is het een dappere stap om toe te geven aan je morele kompas, omdat er vaak zoveel vanaf hangt. Professionals binnen de farmaceutische industrie hebben allemaal een goed salaris, een mooi huis een leaseauto en vaak nog schoolgaande of studerende kinderen. Dan geef je je salaris niet zo gemakkelijk op. En de meesten willen de farma helemaal niet uit, omdat het zoveel mooie kanten kent en dankbaar werk is”. Toch is Wendy hoopvol, omdat het maatschappelijke debat over integriteit, patiëntveiligheid, patiëntempowerment en shared decisionmaking nu echt aandacht begint te krijgen. “Voorheen bleef het bij deze thema’s nogal eens bij holle frasen als het om patiëntempowerment ging, zeker in de farma, maar nu staan er steeds meer mensen op die koste wat kost aan de goede kant van de geschiedenis willen staan, omdat de geloofwaardigheid van de farmaceutische zorg op het spel staat”.
Wendy filosofeert verder. “Velen die zich bewust worden van de huidige dynamiek in de farmaceutische zorg moeten eerst langs hun existentiële angst om zonder alle ballast verder te gaan, maar mét hun eigen waarde en zelfvertrouwen. Dat is een hele omslag van angst naar vertrouwen. Ik ken inmiddels veel gelijkgestemden, inclusief mensen uit de farma, met wie ik regelmatig samenkom. We hebben een band met elkaar opgebouwd in de afgelopen twee jaar en geven elkaar moreel support. We lachen heel wat af samen, enerzijds omdat we elkaar herkennen en anderzijds omdat we de absurditeit van de ontstane situatie doorzien en de weg die er voor ons ligt voor ons zien. Bij hen kan ik zeggen wat ik denk en voel, wat met corona bij andere mensen in mijn omgeving vaak niet meer kon. Sommigen van ons zijn strijders, anderen verbinders, en onze politieke kleur kent alle tinten, maar we bouwen allemaal consequent aan een nieuwe wereld. Er is veel werk te doen. Dit is nog maar het begin”.
Werken vanuit de wijsheid van het hart
Wendy heeft recent haar verbindende platform opgezet dat Ethiek & Farma (Eef) heet. “Samen met enkele vrijwilligers werk ik eraan een plek te creëren voor professionals in de farmaceutische zorg waarin ze hun passie voor patiënten en hun commitment om de farmaceutische zorg waardevol, integer, transparant, patiëntgericht en ethisch verantwoord te laten zijn, kwijt kunnen”. Werken met passie vóór de essentie en de oorspronkelijke intentie zijn kenmerken van heel-begaafden, mensen die in staat zijn om een gefragmenteerd systeem te herstellen of transmuteren naar een andere vorm en inhoud.
Wendy heeft zichzelf gevonden. “Vroeger dacht ik altijd dat ik zoveel mogelijk en zo lang mogelijk moest studeren om zo veel mogelijk te weten, maar inmiddels werk ik veel meer vanuit mijn hart en passie. Mijn gepassioneerde, emotionele kant komt voort uit mijn vaders familielijn. Maar ik lijk ook veel op mijn oma, de moeder van mijn moeder. “Vaar je eigen koers” zei ze wel eens en dat leefde ze zelf ook na, bijvoorbeeld toen ze dwars door het advies en de autoriteit van een arts toch naar het ziekenhuis ging met haar dochtertje (mijn moeder) die het daardoor overleefde. Mijn oma streed op haar manier, net als ik, ook voor een rechtvaardige wereld. In de Tweede Wereldoorlog heeft ze Duitsers om de tuin geleid, die mijn opa kwamen halen voor een werkkamp. Mijn oma was pittig, maar wel dapper en voor mijn gevoel een beschermengel. Ik was er bij toen ze stierf, dat vond ik heel bijzonder. Vlak voor haar dood vroeg ze aan mij en mijn moeder “op wie lijkt ze nou toch” terwijl ze naar mij keek. Waarop mijn moeder zei: “op jou!”.
Het was me een groot genoegen om met Wendy Mittemeijer te spreken. Wat mij betreft is ze een inspirerend voorbeeld met haar hart voor patiënten, de farmaceutische zorg en voor de samenleving. Een beschermengel die herstel en heling brengt, daarom heel-begaafd.
Marieke van Voorn schreef Het boek ‘Heel de organisatie. Herstel het zelfhelend vermogen van de organisatie’. Ontdek meer over het boek en bestel hem hier.
I am Marieke van Voorn and I guide visionary leaders and cyclebreakers to transmute the establisment to co-create a healing and sustainable organization.
Healing Leaders (2022) originates from Een Heldere Zaak that was founded in 2010.
marieke@healingleaders.org
Healing Leaders is based in Amersfoort in the Netherlands.
Photo's: Pauli Puur.
This website uses cookies. By using this website, you agree to the use of cookies.